10 Gouden tips ‘uitvoering’

1. Stop grond- en regenwater
De ondergrond moet altijd vrij zijn van water bij het aanbrengen van schuimbeton. Maar ook na verharding van schuimbeton kan water schade veroorzaken als de constructie gaat opdrijven. Veelal is het dan twijfelachtig of het schuimbeton weer goed aangesloten op z'n plek terugkomt als het water weer verdwijnt. Zorg dus voor een goede afvoermogelijkheid van water en/of voor voldoende ballast.

2. Voorkom overbelasting
Ook in de bouwfase dient de belasting op schuimbeton de dan toegestane (punt)last niet te overschrijden; let vooral op puntlasten, zoals rolsteigers op kleine wieltjes, waardoor het schuimbeton lokaal kan verpulveren.

10 Gouden tips ‘ontwerp’

1. Bouw evenwichtig
Bij een gebouw op samendrukbare bodem behoeft niet altijd een paalfundering gebruikt te worden. Overweeg ook de toepassing van een evenwichtfundering op staal. Een lichte schuimbetonplaat in combinatie met een beperkte ontgraving.

2. Plaat en paal loshouden
Een schuimbetonplaat als evenwichtsfundering wordt ontworpen met geen of beperkte zetting. Houd via een goede detaillering het schuimbeton altijd los van een eventuele aansluitende constructie op een paalfundering en zorg ervoor dat een eventueel zettingsverschil niet tot problemen kan leiden.

TNO-rapport warmte-isolatie

Door de Stichting Schuimbeton Nederland werd aan de divisie Bouwtechnologie van TNO Bouw de opdracht verstrekt de warmtegeleidingscoëfficiënt (λ-waarde) in droge toestand te bepalen van schuimbeton voor twee verschillende volumieke massa's. Op basis van deze droge λ-waarde en de in het normblad NEN 1068:1998 gegeven correctiefactor kan dan de praktijk-rekenwaarde voor de warmtegeleidingscoëfficiënt worden berekend. Ten behoeve van de metingen werd door opdrachtgever een aantal blokken schuimbeton aangeleverd. Twee blokken bestonden uit een grijskleurig schuimbeton; de twee andere blokken betroffen een witkleurig schuimbeton.

Een rioolvulling met schuimbeton

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een RAW bestekbeschrijving van een rioolvulling met schuimbeton. Het betreft slechts enkele relevante delen uit het bestek, e.e.a. verduidelijkt door bijgaande tekening.

Voor het kiezen van de juiste volumieke massa en bijbehorende druksterkte verwijzen wij naar blz. 37 van CUR rapport 181 (die als bijlage bij deze voorbeelden is opgenomen). Ten aanzien van productkosten geldt dat mengsels met een hoge volumieke massa altijd een hogere eenheidsprijs hebben dan mengsels met een lage volumieke massa. Daarnaast geldt dat mengsels met een hoog cementgehalte (bovengrens van de sterktemogelijkheden bij een bepaalde volumieke massa) eveneens een hogere eenheidsprijs bezitten.

Een leidingoverkluizing met schuimbeton

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een RAW bestekbeschrijving van een leidingoverkluizing waarin schuimbeton in de constructie is opgenomen. Het betreft slechts enkele relevante delen uit het bestek, e.e.a. verduidelijkt door bijgaande tekening.

Voor het kiezen van de juiste volumieke massa en bijbehorende druksterkte verwijzen wij naar blz. 37 van CUR rapport 181 (die als bijlage bij deze voorbeelden is opgenomen). Ten aanzien van productkosten geldt dat mengsels met een hoge volumieke massa altijd een hogere eenheidsprijs hebben dan mengsels met een lage volumieke massa. Daarnaast geldt dat mengsels met een hoog cementgehalte (bovengrens van de sterktemogelijkheden bij een bepaalde volumieke massa) eveneens een hogere eenheidsprijs bezitten.

Een kadeconstructie met schuimbeton

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een RAW bestekbeschrijving van een kadeconstructie waarin schuimbeton in de aanvulling is opgenomen. Het betreft slechts enkele relevante delen uit het bestek, e.e.a. verduidelijkt door bijgaande tekening.

Voor het kiezen van de juiste volumieke massa en bijbehorende druksterkte verwijzen wij naar blz. 37 van CUR rapport 181 (die als bijlage bij deze voorbeelden is opgenomen). Ten aanzien van productkosten geldt dat mengsels met een hoge volumieke massa altijd een hogere eenheidsprijs hebben dan mengsels met een lage volumieke massa. Daarnaast geldt dat mengsels met een hoog cementgehalte (bovengrens van de sterktemogelijkheden bij een bepaalde volumieke massa) eveneens een hogere eenheidsprijs bezitten.

Een wegconstructie met schuimbeton

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een RAW bestekbeschrijving van een wegconstructie waarin schuimbeton in de fundering is opgenomen. Het betreft slechts enkele relevante delen uit het bestek, e.e.a. verduidelijkt door bijgaande tekening.

Voor het kiezen van de juiste volumieke massa en bijbehorende druksterkte verwijzen wij naar blz. 37 van CUR rapport 181 (die als bijlage bij deze voorbeelden is opgenomen). Ten aanzien van productkosten geldt dat mengsels met een hoge volumieke massa altijd een hogere eenheidsprijs hebben dan mengsels met een lage volumieke massa. Daarnaast geldt dat mengsels met een hoog cementgehalte (bovengrens van de sterktemogelijkheden bij een bepaalde volumieke massa) eveneens een hogere eenheidsprijs bezitten.

Dakafschotlaag met schuimbeton

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een STABU bestekbeschrijving van een dakafschotlaag met schuimbeton. Dakafschotlagen worden toegepast om het doorgaans vlakke (prefab)beton onder afschot te profileren. Met name bij daken van gebouwen met een grillige plattegrond is het een voordeel dat schuimbeton eenvoudig in de gewenste vorm en dikte is te profileren. Het type dakbedekkingsysteem bepaald de benodigde kwaliteit van het schuimbeton. Steeds vaker wordt vanuit DUBU-oogpunt gekozen voor een losliggende dakbedekking, dan zijn immers in de toekomst de verschillende materialen eenvoudig te scheiden en te recyclen. In die gevallen is een volumieke massa van 900 kg/m3 voldoende. Deze volumieke massa geldt ook voor een geparkerde dakbedekking. Berekeningen van het dakdekkerbedrijf dienen aan te tonen of parkeren in het schuimbeton toereikend is of dat geparkerd dient te worden in de betonnen ondervloer.

Vullaag op een betonvloer

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een STABU bestekbeschrijving van een isolerende werkvloer met schuimbeton. Vullagen worden toegepast om leidingen welke op een ondergrond licht en isolerend uit te vullen, waardoor een dekvloer met minimale, constante dikte kan worden aangebracht. Vanwege krimpverschillen tussen schuimbeton en dekvloer wordt een folie tussen deze materialen geadviseerd. In gevallen dat de dekvloer dampdicht wordt uitgevoerd (b.v. linoleum) wordt geadviseerde de folie als dampdichte laag uit te voeren. Leidingen dienen voldoende te worden gefixeerd tegen verschuiven en opdrijven. Voor opdrijven kan ook het afvullen met water een goede oplossing bieden. De minimaal aanwezige laagdikte bepaalt welke volumieke massa toegepast kan worden (1400 kg/m3 > 15 mm, 1100 kg/m3 > 30 mm, 900 kg/m3 > 50 mm, 500 kg/m3 > 90 mm)

Ruimtevulling van bijvoorbeeld een kelder

Bijgaand treft u een voorbeeld aan van een STABU bestekbeschrijving van een ruimtevulling met schuimbeton. Om uiteenlopende redenen kan het wenselijk zijn om een ruimte te vullen. Te denken valt aan bijvoorbeeld vocht-/wateroverlast, ondersteuning van een bovenconstructie, zijdelingse steun geven aan bestaande wanden, verhoging van een vloerniveau, etc. De bovenbelasting op het schuimbeton bepaald de benodigde druksterkte, doorgaans is echter de gangbare volumieke massa van 500 kg/m3 reeds voldoende drukvast (0,75 N/mm2 ). In gevallen dat mogelijk opdrijven van het schuimbeton ontstaat door een hoge grondwaterstand, wordt geadviseerd een volumieke massa van 1100 kg/m3 te kiezen.